donderdag 26 mei 2011

Lezersbrief

Beste leraar,

Wat te doen met allochtone kleuters in je klas?
Zijn er problemen door allochtone kleuters? Hoe allochtone kleuters betrekken in het klasgebeuren? Dit zijn enkele vragen waarop ik een antwoord heb gezocht tijdens mijn onderzoek voor het vak Religie, Zingeving en Levensbeschouwing.

Het is niet altijd evident om allochtone kleuters goed en intensief te betrekken in het klasgebeuren. Meestal heeft deze moeilijkheid als oorzaak dat deze allochtone kleuters thuis een andere taal spreken. Nederlands is niet hun moedertaal, ze beheren het Nederlands dus niet voldoende om goed te functioneren in een kleuterklas. Ze begrijpen niet wat de kleuteronderwijzer(es) zegt waardoor ze de taken niet kunnen uitvoeren. Ze geraken achter in de klas en in hun ontwikkeling. Hierdoor worden ze dan misschien uitgesloten. 
Ook is het voor kinderen met een taalachterstand moeilijker om sociale contacten te leggen met leeftijdsgenootjes. Ze kunnen zich niet goed uitdrukken en dus kunnen ze geen of moeilijk contact maken. Allochtone kleuters hebben het moeilijk om hun gevoelens en gedachten te verwoorden, ze voelen zich onbegrepen en gaan dus makkelijker agressief of net heel ingetogen worden.
Wat je dan als kleuteronderwijzer(es) kan doen is heel ruim en uiteenlopend. Het hangt er vanaf hoe jij staat tegenover allochtone kleuters en wat jouw waarden en normen zijn. Er zijn verscheidene hulpmiddelen zodat allochtone kleuters meer betrokkenheid vertonen en om hun Nederlands wat op te krikken. 
Je kan als kleuteronderwijzer(es) gebruik maken van gebaren, symbolen en stappenplannen. Dit is voor de hand liggend in elke kleuterklas. Overal zie je symbolen en stappenplannen. En ook gebruikt de kleuteronderwijzer(es) dagelijks en vanzelfsprekend gebaren om haar opdrachten en instructies kracht bij te zetten. Maar als je hier net dat tikkeltje meer aandacht voor hebt, je gaat deze symbolen, stappenplannen en gebaren structureel en dagelijks gebruiken en je blijft ondertussen heel veel verwoorden, ook laat je de kleuters veel verwoorden. Dan kan je dit uitbouwen tot een hulpmiddel bij het ondersteunen van de allochtone kleuter in zijn integratie. 
Over andere culturen leren en vertellen mag je zeker niet vergeten als je allochtone kleuters wil helpen in hun integratie. Het is heel belangrijk om te leren over elkaars cultuur. Dit kan je doen aan de hand van prentenboeken. Er zijn verscheidene prentenboeken die gaan over andere landen en andere culturen maar ook over anders zijn en rasicme. Wat natuurlijk heel goed aansluit bij de allochtone kleuters in je klas. Zo kan je verder bouwen op deze verhalen en kan je een vertrouwensrelatie opbouwen. Hierdoor gaan de kleuters zich beter voelen en gaan ze meer spontaan verwoorden. 
Een ander initiatief is het houden van bv. een cultuurweek. Je werkt dan een hele week rond alle verschillende culturen en landen. Er kunnen ouders op bezoek komen die demonstraties geven en traditioneel voedsel meebrengen. De kleuters worden erg gewaardeerd, ze voelen zich veilig en gaan weer verder ontwikkelen en kunnen zich verder ontplooien.
Er zijn talloze organisaties die zich bezighouden met de integratie van de allochtone kleuter. Het is als kleuteronderwijzer(es) zeker belangrijk om ook hiervan op de hoogte te zijn. Je kan misschien samenwerken of kinderen en ouders doorverwijzen.
We moeten er natuurlijk rekening mee houden dat kinderen nu opgroeien in een multiculturele samenleving, wat zeer positief is. We zijn allemaal verschillend, iedereen is uniek. Geloofsovertuiging of huidskleur speelt geen rol, het is de persoon op zich die telt.

Katrien Parijs, studente Kleuteronderwijs aan de Katholieke Hogeschool Leuven, Heverlee

maandag 23 mei 2011

Allochtone kleuters maken kennis met Kerstmis - de babbeldoos

Op het internet ben ik nog een leuk artikeltje tegen gekomen over De babbeldoos.
De Babbeldoos is een organisatie die elke zaterdag een groep vijfjarige allochtone kleuters samenbrengt in het Turks-Belgisch Cultuur-, Hulp- en Ontmoetingscentrum.
Bij De Babbeldoos streven ze er voor om kinderen beter Nederlands te leren. Ze leren kinderen hier al spelend Nederlands. Ik heb geleerd dat het heel belangrijk is om kinderen op een leuke en speelse manier Nederlands te leren. Ze leren meer door te doen en te spelen.
Ook is het belangrijk om elkaars cultuur beter te leren kennen. Zo hebben deze kinderen op zaterdag 20 december 2008 kennis gemaakt met Kerstmis. Ze leerden wat de Christenen op deze feestdag vieren en ze maakten er ook zelf een feestje van.
Ook heb ik op de site van Heusen-Zolder, waar ik het vorige artikeltje had gevonden, ook nog een ander artikel gevonden over de babbeldoos.

Deze keer heeft de babbeldoos op 19 februari 2011 een gezond onbijt georganiseerd. Dit hebben ze samen met de wijkwerking en de gemeente gedaan.
De ouders waren natuurlijk ook heel welkom, deze mochten al het eten meebrengen. Zo leren de kinderen elkaars cultuur weer wat beter kennen. Met dit ontbijt wouden ze het project ‘al spelend Nederlands leren’ een extra impuls geven. Door het samen bereiden en verorberen van het ontbijt word er een bepaalde band gecreerd en gaat men moeten communiceren, wat dus goed is voor de taalontwikkeling. Een perfecte taalstimulans!


Bron: http://www.heusden-zolder.eu/default.aspx?p=1646

Taalniveau allochtone kleuters bedroevend laag

Het taalniveau van de allochtone kleuters was in 2007 en veel te laag.
Bijna één op vijf basisschoolleerlingen tussen 4 en 6 jaar oud was niet of nauwelijks aanspreekbaar in het Nederlands.
Dit artikel dateert van in 2007 en komt uit Nederland maar kan ook doorgetrokken worden naar het heden en België.
Ook nu zullen er nog steeds allochtone kleuters zijn waarvan het taalniveau te laag ligt. Misschien wat minder als toen, maar toch zullen er nog steeds enkele zijn.

Het moeilijke hieraan is, dat deze kinderen geen gecombineerde opdrachten verstaan. Zoals “pak je boekentas en ga in de rij staan” is al te moeilijk en onbegrijpbaar. Je kan het dan wel opsplitsen of uitbeelden of er een signaal voor maken maar dit is niet altijd praktisch haalbaar. Als leerkracht ga je vanzelf verschillende gecombineerde opdrachten verwoorden. Je kan en moet natuurlijk wel rekening houden met kinderen met een taalachterstand.

Hoe deze kinderen aan hun taalachterstand komen, heb ik ook kunnen lezen in dit artikel. Deze kinderen hebben vaak geen voortraject zoals kinderdagverblijf gevolgd.
Ook wordt er thuis niet of nauwelijks Nederlands gesproken.

Door hun taalachterstand kunnen deze kinderen ook minder makkelijk contact maken met andere kinderen wat hun sociale ontwikkeling dus ook vertraagt. Ze gaan niet zo makkelijk anderen aan spreken. Ook zijn ze veel onzekerder.
Op latere leeftijd hebben deze kinderen ook nog steeds een kleinere woordenschat.

zondag 22 mei 2011

Turkse gewoonten

Op het internet ben ik nog een interessante scriptie tegengekomen.

Twee studentes hebben een jongetje in hun stageklas dat zich anders gedraagt dan andere kinderen.
Het jongetje heeft vaak ruzie en kan niet goed contact maken met anderen, ook al lijkt hij dit wel te willen. Door het gedrag van het jongetje zijn de studenten nieuwsgierig geworden naar waarom de jongen zich zo gedraagt en hoe je er als leerkracht het best mee om kan gaan. Ze zijn erachter gekomen dat het jongetje Turks is en daarom hebben ze de Turske gewoonten onderzocht. Ze dachten dat ze zo misschien te weten zouden komen of dit het gedrag van het jongetje verklaart.

Turkse ouders voelen zich erg betrokken bij het onderwijs. Dit lijkt soms anders vanwege het communicatieprobleem. Ze zijn actief en bewust bezig met hun eigen toekomst en met de toekomst van hun kinderen.
De communicatie tussen ouders en leraren wordt meestal beperkt gehouden. Nog complexer word de communicatie tussen ouder en leerkracht als het kind voor tolk moet fungeren. Het kind beheerst zijn moedertaal perfect en kan meestal ook ietwat Nederlands en zal dus als tolk moeten doorgaan, wat niet echt handig is als men het over het kind en zijn ontwikkeling wil hebben.
De moeders vinden de contacten met autochtonen wel belangrijk maar deze contacten zijn weer beperkt.

In de Turkse cultuur wordt het behouden van de eer heel belangrijk gevonden. Men vindt het belangrijk dat men beleefd is en het is niet de gewoonte om elkaar tegen te spreken.

Turkse kinderen verschillen onderling erg, net zoals de Nederlandse kinderen. Verschillend gedrag en verschillende persoonlijkheid. Je kan dus niet alle allochtone kleuters dezelfde manier beoordelen en helpen.

Als leerkracht is het dus belangrijk dat je je bewust ben van de verschillen en dat je er rekening mee houdt. Dit is niet gelijk aan discriminatie. Wel probeer je rekening te houden met elke individu en dus alle verschillen, en probeer je deze individuele mogelijkheden zo goed mogelijk te benutten.
Ook het verschil in waarden en normen speelt een belangrijke rol in de omgang met allochtone kinderen.
Je moet je goed bewust zijn van je eigen waarden en normen, voor een goede communicatie, maar ook moet je je bewust zijn van de waarden en normen in omgang van de Turkse en andere kleuters. Het is dus belangrijk om je visie ook te baseren op kennis.
Het is ook noodzakelijk om kinderen op jonge leeftijd voor te bereiden op de Multi-etnische samenleving dus je moet zeker ook eens leren over de verschillende culturen.

Bron: http://inwiki.pabo-inholland.nl/turkse_gewoonten

woensdag 18 mei 2011

Lutgardisschool tegenover allochtone kleuters


Ik wou nog iets meer weten over hoe scholen omgaan met allochtone kleuters en hun integratie. Daarom heb ik enkele vragen per mail naar een school in Brussel gestuurd, namelijk Lutgardisschool te Etterbeek.

Wat ik geleerd heb uit de antwoorden van de kleuteronderwijzeressen van de Lutgardisschool is dat je zeker rekening moet houden voor elke kleuter en ook voor de cultuur en eigenheid van elke kleuter. Het is ook belangrijk om nadruk te leggen op de nederlandse taal en jezelf te ondersteunen met onder andere prenten, verhalen,... Ook werken met een klaspop is heel handig kom kleuters zelf (hun gevoelens) te laten verwoorden.
Wat me zeer zeker is bijgebleven is de zin "een andere godsdienst of andere huidskleur speelt geen rol, het is de persoon die telt".

Hieronder kan u de vragen en antwoorden lezen.

- Doen jullie als school iets speciaal om allochtone kleuters te helpen in hun integratie? bv. cultuurweek, samenwerking met bepaalde organisaties,...
We moeten altijd rekening houden met ieder kind op zich, zo gaat er ook steeds rekening gehouden worden met hun cultuur zoals het feest van 3 koningen is bij de spaanse gemeenschap een heel belangrijk feest, we werken hier ook rond tijdens deze week en krijgen bezoek van de 3 koningen in onze klas.  We zijn een Katholieke school dus we kunnen wel rekening houden en werken rond het suikerfeest, maar hier wordt minder aandacht aan gegeven, zeker nog bij de kleinste.  Zoals bij het thema moederdag wordt er wel eens gevraagd of de mama's in de klas willen komen koken (iets uit hun cultuur).
- Doen de kleuteronderwijzers iets speciaal om allochtone kleuters te helpen in hun integratie? bv. bepaalde boeken voorlezen, bepaalde thema's behandelen, iets met de ouders, nadruk leggen op taalontwikkeling,...
Er wordt steeds in alle activiteiten veel nadruk gelegd op de nederlandse taal om zoveel mogelijk begrippen aan te brengen bij de kinderen.  Natuurlijk moeten deze ook steeds ondersteund worden door verhaal, beeld, prenten, ...enz.  We hebben ook Toeka in onze klassen (vogel).  Deze klaspop helpt soms om gevoelens te laten uitdrukken of om te werken rond gevoelens in de klas.
- Zijn er problemen/moeilijkheden door de verschillende godsdiensten of huidskleuren op de school of in de klas?
Neen, want we werken rond kerstmis ook rond het kerstverhaal, maar steeds ook met de link naar de andere culturen.  Want we zijn allemaal verschillend, iedereen is uniek.  Iedereen heeft zijn eigen geloof.  Je moet er ook steeds rekening mee houden dat de kinderen tegenwoordig opgroeien in een multiculturele samenleving.  Een andere godsdienst of een andere huidskleur speelt geen rol, het is de persoon die telt.

Bron: Kleuteronderwijzeressen van Lutgardisschool te Etterbeek

maandag 16 mei 2011

Denderleeuws Taalbadje Nederlands geslaagd

In Denderleeuw komen er steeds meer allochtonen wonen. Hun kennis van het Nederlands is zeer belangrijk voor een vlotte integratie in de gemeente en het maatschappelijke leven.
Wat ik geleerd heb uit dit artikel, is dat voor ouders de talenkennis en integratie van de kinderen vaak een eerste stap is voor de inburgering. Het is dus belangrijk dat allochtone kinderen snel vertrouwd geraken met het Nederlands.
Als kinderen sneller Nederlands kunnen spreken, gaan ook hun ouders meer moeite doen. De kinderen aan meer Nederlands spreken tegen de ouders, gesprekken aan de schoolpoort, huiswerk, boekjes voorlezen noem maar op. Alles zal meer en meer in het Nederlands gebeuren.

Eind augustus heeft men in Denderleeuw voor de derde keer het project 'Spelenderwijs Nederlands leren' afgesloten. Bij dit project leren anderstalige kinderen op een leuke en speelse manier Nederlands.
In de gemeente Denderleeuw hebben 35 kinderen uit anderstalige gezinnen een week lang hun Nederlands geoefend in aanloop naar het nieuwe schooljaar. De kleuters waren met het meeste. De kinderen werden in vier groepen verdeeld, volgens taalniveau. Het taalniveau was redelijk hoog, bijna iedereen ging mistenst één jaar in Denderleeuw naar school.
Het project, ook wel taalbadje genoemd, komt voort uit het goede scholenoverleg. In de scholen uit Denderleeuw zitten er ongeveer 20 tot 30% kinderen uit anderstalige gezinnen. Het is dus zeker positief en handig dat men zo een taalbadje houdt net voor het schooljaar begint. Een zeer goed initiatief.


Bron: http://www.denderleeuw.be/nl/press/658/denderleeuws-taalbadje-nederlands-geslaagd.html

zondag 15 mei 2011

Vlaams Belang in nopjes over 'gelijk' in onderwijsbeleid

Op de site vandaag.be heb ik een artikel gevonden over het Gelijke OnderwijsKansenbeleid en Vlaams Belang.

Vlaams Belang wil al lang dat het Gelijke OnderwijsKansenbeleid afgeschaft wordt.
"Witte scholen wordt witter en zwarte zwarter. Het beleid werkt niet."
Ze zeggen dat integratie in het onderwijs, waarbij iedere school een beetje gekleurd is, een utopie, een droombeeld, illusie is.

Maar andere mensen in het veld zeggen dat een sociale mix een lovenswaardig doel is om na te schreven maar ook zij vragen zich af of het wel haalbaar is.
Zij zeggen wel dat het falen van beleid niet enkel te maken heeft met het onderwijs op zich maar ook met de mobiliteit, woonbeleid,... De allochtonen wonen meer in de steden, in concentratiebuurten en gaan dus ook hier naar school gaan. Autochtonen wonen meer in kleinere dorpen en gaan dan ook naar de gemeentelijke scholen. Er zijn altijd buurten zonder allochtonen of buurten waar amper autochtonen wonen.

Van Hecke, hoofd van het Katholiek onderwijs, wil een nieuw maatschappelijk debat openen en discussiëren over de verdere aanpak van het beleid.
Enerzijds is er de mogelijkheid om een evenwichtige mix te creëren tussen allochtonen en autochtone leerlingen op een school of men kan ook de concentratiescholen extra ondersteunen.

Er zijn dus verschillende mogelijkheden voor 'goed onderwijs'. Sommigen willen verschillende nationaliteiten mixen, anderen net niet. Allebei heeft het zijn voor- en nadelen.
Ik denk dat het positieve aan concentratiescholen is dat men zich beter kan focussen op de integratie van de leerlingen. Men kan dieper ingaan op hun cultuur en eigenheid. En men kan meer nadruk leggen op het Nederlands leren. Elke leerling is ongeveer gelijk.
Bij de gemixte scholen is volgens mij het voordeel dan weer de verscheidenheid aan nationaliteiten en culturen. Men kan ook van elkaar leren. De allochtone leerlingen gaan meer gestimuleerd worden om het Nederlands te leren. Ze gaan moeite moeten doen doordat hun mede-leerlingen Nederlands praten. Op de gemixte scholen kan men de allochtonen begeleiden in hun integratie door hen te laten leren van de Nederlandstalige leerlingen. Ze leren de taal, gewoontes,...

Bron: http://www.vandaag.be/binnenland/59171_vlaams-belang-in-nopjes-over-gelijk-in-onderwijsbeleid.html

zaterdag 14 mei 2011

Marokkaanse lieverdjes hebben de toekomst

Op de site van trouw.nl ben ik een artikel tegengekomen over allochtone, vooral marokkaanse, jongeren en de problemen rondom hen. Het artikel gaat vooral over jongeren maar je kan de lijn ook doortrekken naar kleuters. Ook is het een artikel uit Nederland maar er zijn zeker elementen die ook in België een grote rol spelen.

Het integratiedebat sleept zich al jaren voort. Hoe krijgen ’rot-Marokkanen’ en autochtonen samen een toekomst in Nederland? Criminoloog Hans Werdmölder belicht overlast, botsende werelden en haat versus haat.
Marokkaans-Nederlandse jongeren zorgen al zo'n dertig jaar voor overlast. De Marokkaanse gemeenschap krijgt daardoor een slechte naam met vervelende gevolgen voor de goedwillenden. Even doortrekken naar kleuters: Marokkaanse kleuters hebben dus al vaak een stempel van 'rot-Marokkaan' op zich kleven.


De jongeren leiden 'drie levens': het saaie autoritaire leven thuis, het vrije leven op school en het spannende leven op straat. Tussen deze verschillende werelden bestaat weinig contact, terwijl dat juist zorgt voor integratie in het gezin, de school en de gemeenschaap. Kleuters hebben nog geen 'drie levens' maar er is vaak wel een tekort aan contact tussen thuis en de school.


Ook wonen de allochtonen vaak in 'concentratiebuurten'. Hier wonen bijna geen autochtonen meer. Er is een samenkomst van lage inkomsten, werkloze vaders en moeders, grote gezinnen, kleine woningen, ouders die geen of gebrekkig Nederlands spreken, kinderen met een taalachterstand en zeer slechte scholen en criminele jeugd. Niet goed voor volwassenen, jongeren en kleuters. De kleuters zien niet veel anders dan deze toestanden, hun ouders hoeven geen Nederlands te kunnen want niemand in hun buurt praat Nederlands. Hierdoor wordt ook de stimulans en de ontwikkeling van de kleuters om Nederlands te leren teniet gedaan.


Joessef, een Marokkaan die vroeger verslaafd en crimineel was, is nu een keurige huisvader. Hij zegt: "De maatschappij deugt niet. Het is haat tegen haat." En dit is ook zo. Wij, autochtonen "haten" allochtonen, en vooral Marokkanen dan, en de allochtonen "haten" ons, de autochtonen. 
Ik zet het (werk)woord haten tussen aanhalingsteken omdat ik dit een groot en zwaar begrip vindt. Ik haat niemand. Ik vindt het ook wel zo dat er probleemjongeren zijn en dat deze zich vooral in grote steden bevinden en dat dit heel vaak Marokkanen of andere allochtonen zijn maar ik haat niemand. Er zijn wel veel wrijvingen tussen de verschillende gemeenschappen en dit kan men beschouwen als haat.
Tolerantie is heel belangrijk maar moet van beide kanten komen.


In de Marokkaanse en dus vooral Moslim gezinnen is er vaak een heel andere opvatting en opvoeding van de kinderen dan bij de Nederlandse (en ook Belgische) gezinnen. De vader ontleent zijn gezag aan de islam en de traditie. Bij Marokkaanse jongeren en kleuters die zijn opgevoed in een groepscultuur is het vermogen tot innerlijke zelfbeheersing, zelfbedwang dus, minder ontwikkeld. Wat leidt tot soms agressieve situaties die soms uit de hand lopen.


Het beroep van de ouders, sociaal netwerk en gezinsgrootte hebben een invloed op de opvoeding van de kinderen. Analfabete ouders kunnen hun kinderen niet ten volle begeleiden waardoor de kinderen ook achter geraken. Geen voorleesverhaaltjes voor slapen te gaan, geen bureau, kamer of tafel waar huiswerk wordt gemaakt, geen educatieve tv-programma's die worden bekeken.


Marokkaanse ouders hebben vaak kritiek op het Nederlandse onderwijs. Ze vinden dat leraren te informeel met hun leerlingen omgaan. Ook vinden de Marokkaanse ouders dat de leeraren te weinig prestatiegericht zijn en dat er te weinig aandacht is voor hun eigen taal, cultuur en religie. In dit laatste kan ik me wel vinden. Het is belangrijk, zeker bij jongeren maar ook bij kleuters, om te leren over elkaar taal, cultuur en religie. Zo kan men zich beter inleven en zo leert men elkaar beter kennen waardoor het sociaal contact beter wordt. De allochtonen gaan zich beter voelen en gaan beter kunnen ontwikkelen.


De verschillende omgevingen, systemen waarin een Marokkaans kind opgroeit liggen niet meer in elkaars verlengde door migratie, abrupte veranderingen van leefomgeving en opgroeien in etnische enclaves (concentratiebuurten). Als deze verbanden niet meer overeenstemmen kunnen jongeren niet goed functioneren in de samenleving. Ze raken in de war en verdwalen in een web van elkaar tegensprekende boodschappen.
Er is een uitweg maar deze vereist een veelzijdige aanpak. Van de opleiding via een spreiding van de etnische minderheden tot aan de resocialisatie en snelrecht.


Ik heb geleerd dat kleuters opgroeien in concentratiebuurten waardoor hun algemene ontwikkeling minder goed gaat. Vooral de sociale ontwikkeling en het Nederlands leren worden hierdoor vertraagd. 
Het is natuurlijk niet altijd zo. Er zijn Marokkanen die wel in een goed gestelde buurt leven, die wel Nederlands kunnen en gaan werken. Maar er zijn natuurlijk ook Afrikanen, Spanjaarden, Italianen,... die in concentratiebuurten leven en waardoor hun ontwikkeling ook vast komt te liggen. Het zijn dus niet enkel Marokkanen die voor problemen zorgen en waarbij hun ontwikkeling als kleuter trager gaat.


Bron: http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1805760/2010/11/27/Marokkaanse-lieverdjes-hebben-de-toekomst.dhtml

Prentenboeken verwerkt

Uit het hele gamma prentenboeken die over rascisme, vriendschap, aanvaarding, anders zijn,... heb ik er enkele verwerkt. Ik heb gekozen voor Kraai van Leo Timmers en voor Rikki en zijn vriendjes van Guido Van Genechten.

Kraai van Leo Timmers
Het is een tragikomisch verhaal over vier vogels onder hoogspanning voor kleuters vanaf 4 jaar.
"Wat is er toch mis met me?" kraste Kraai. 
Een vraag die Kraai zich stelt. Vele allochtone kleuters die niet onmiddellijk aanvaardt worden, zullen zich deze vraag ook wel een stellen.
De bontgekleurde vogeltjes die zo veel plezier hebben, lopen snel weg als ze Kraai zien. Ze veroordelen hem omdat hij zwart is. Ze zeggen dat hij vast een gemene rover is. Ook dit gebeurt in het dagelijkse leven bij (sommige) allochtone kleuters. De andere kleuters en misschien ook volwassenen gaan hen al beoordelen enkel aan de hand van hun uiterlijk. Ook dit gebeurt bij volwassenen.
Kraai had zich nog nooit zo zwart gevoeld.. Maar opeens had hij een idee! Hij haalde verfpotten en verfde zich in een bontgekleurde mees, parkiet en vink. Maar steeds vlogen de vogeltjes geschrokken weg.
Kraai begint te wenen, de dikke tranen stroomden over zijn veren en de kleuren dropen van hem af.
Hij was weer zwart.
De vogeltjes komen angstig aangevlogen. "Zijn ze weg? Die monsterlijke mees, die ploert van een parkiet en die verschrikkelijke vink!" Kraai verzekert de vogeltjes dat deze drie monsterlijke vogels voor altijd weg zijn. De vogeltjes zijn zo blij en zijn er zeker van dat het door Kraai zijn stoere zwarte snavel en donkere veren komt, hij heeft die vogels weggejaagd.
Hij durft niet te vertellen dat hij eigenlijk die vogels was maar dat doet hij later misschien wel eens.
Kraai is helemaal trots en heeft er drie nieuwe vrienden bij.
Ik vindt het een heel leuk boekje met eenvoudige maar mooie illustraties. De illustraties geven heel goed weer hoe Kraai zich voelt. Hierdoor kunnen allochtone kleuters zich makkelijker identificeren met Kraai en kunnen autochtone kleuters zich beter inleven. De allochtone kleuters leren dat je bent wie je bent en dat je jezelf niet moet proberen te veranderen. De autochtone kleuters leren dat je anderen moet accepteren zoals ze zijn. Ze leren ook dat iedereen iets positiefs heeft.
Het is een boekje dat ik zeker eens wil gebruiken in de kleuterklas. Hiermee kan je ook verder doorwerken op waarden en normen in een waardeverhaal en je kan tal van uitbreidingsactiviteiten doen.
Ik heb geleerd dat je op een eenvoudige manier en een kort maar krachtig verhaal kleuters kan introduceren in de wereld van onzekerheid en het niet geaccepteerd worden. Het is een niet zo lang verhaal en er zijn ook maar 4 personages in het boekje maar toch worden alle gevoelens en waarden heel goed weergegeven.

Rikki en zijn vriendjes van Guido van Genechten
Rikki wil zo graag dat alle konijntjes samen spelen. Hij gaat elke avond naar de open plek in het bos maar elke keer gaan alle konijntjes in groepjes staan en spelen onderling leuke spelletjes.
Op een avond staat er aan de rand van het bos een gevlekt konijntje. Het wil meespelen maar durft niet.
Rikki gaat er naartoe en praat even met het konijntje, dat Pom heet.
De anderen zien hen en komen naar hen toe. Ze lachen met Pom en noemen hem een vlekkenkonijn.
Maar Rikki zegt dat Pom een superleuk spelletje kent. Hij legt het uit en alle konijntjes spelen samen het superleuk spel. Ze hebben zich nog nooit zo goed geamuseerd.
Het is een boek met hele mooie en schattige illustraties.
Het is heel herkenbaar voor vele kleuters, zowel allochtone als autochtone kleuters. Allochtone kleuters zullen vooral het aspect van anders zijn en er niet bijhoren herkennen. Ze zullen zich zeker makkelijk kunnen identificeren met Pom, het vlekkenkonijntje. Maar ook autochtone kleuters die gepest worden omdat ze misschien anders zijn kunnen zich met Pom identificeren.
Het boekje gaat over nieuwe vrienden maken en geen onderscheid maken tussen verschillende soorten. ik vindt dit heel belangrijk in de opvoeding van kleuters. Dit boekje is ook heel leerrijk voor kleuters. Ze kunnen dit boek en dus ook dit onderwerp vanuit de verschillende personages beleven. Zowel als Rikki, Pom of de andere konijntjes. Elk hebben ze hun negatieve en positieve ervaringen. Door zich zo te kunnen inleven, kunnen ze de verschillende aspecten van pesten en racisme beter begrijpen.
Kleuters leren door dit boekje dat het leuker is als je allemaal samen speelt en dat je niemand mag beoordelen enkel op basis van het uiterlijk.
Ook dit boek is geschikt als goed waardeverhaal en ook hier kan je tal van uitbreidingsactiviteiten mee uitvoeren.
Dit boekje is zeker ook een must in je boekenrek in de kleuterklas.

vrijdag 13 mei 2011

Lessen in moedertaal afgeschaft

Vandaag, 13 mei 2011, heb ik een interessant gesprek gehoord op Radio 1 of lessen in de moedertaal van allochtone leerlingen.

In de school Sint-Joost-aan-zee te Brussel wordt een deel van de lessen in het Turks, of andere moedertaal van allochtone leerlingen, gegeven.
Ongeveer 40 tot  50 % van de leerlingen zijn allochtoon.
Er staan 5 leerkrachten naast de Nederlandse leerkrachten in de klas. Zij ondersteunen de Nederlandse leerkracht.
Maar ook halen zij kinderen uit klas om hen zo beter te kunnen begeleiden en bepaalde inhouden in de moedertaal van het kind te bestuderen.
Het project bestaat al 20 jaar. Het hoort bij visie van de school. Dus hoe de school werkt, is allemaal rond dit project gebouwd.
Er stromen, dankzij dit project, meer kinderen door naar ASO en TSO. De studieresultaten van de kinderen zijn beter.

Het OETC-project, onderwijs in eigen taal en cultuur, is een initiatief dat al 30 jaar bestaat in Brussel.

Minister Smet van onderwijs heeft beslist om dit bicultureel onderwijs in Brussel stop te zetten.

Hilde de smedt, gast van fzw foyer. Foyer organiseert dit OETC-project.
Dit project wil de fundament van de eerste taal verstevigen en hierop Nederlands bouwen. Ook proberen ze met deze lessen en leerkrachten de extra competentie, die de kinderen hebben door hun andere moedertaal, optimaal te gebruiken.
De algemene reactie van scholen en leerkrachten zijn zeer positief. Zoals eerder gezegd liggen de percentages van leerlingen die hun diploma goed behalen, beduidend hoger.
90 % van de leerlingen halen een volwaardig diploma secundair onderwijs. Bij normale kansarme allochtone leerlingen, die niet gesteund en begeleid wordt door dit project, verlaat 25 - 30 % van de leerlingen de school zonder diploma.

In het totaal hanteren 6 scholen dit systeem. Ongeveer zo'n 500 kinderen volgen dergelijk onderwijs.

Hilde de smedt zegt dat minister Smet had beloofd dat men tijdig zou laten weten als men zou moeten afbouwen met dit project. Dit is niet gebeurd. Het was opeens beslist, het OETC-project moet stoppen. Er is geen tijd om alternatieve ondersteuningen te vinden.

Vlaams minister voor onderwijs, Pascal Smet, beweert dat blijkt dat de resultaten niet voldoende zijn voor de hoeveelheid geld men in dit project stopt. Het is heel genuanceerd, soms zijn de ouders hoogopgeleid en is bv. Spaans niet de taal die thuis wordt gesproken maar spreken ze ook wel Nederlands. Het project bevindt zicht dus niet enkel op de echte kansarme scholen van Brussel.
Hij vindt het wel belangrijk dat deze kinderen zo veel mogelijk en zo goed mogelijke kansen krijgen om Nederlands te leren. Ze leggen nu de laatste hand aan de nieuwe globale visie van de Vlaamse overheid rond taalonderwijs in het secundair en lager onderwijs zowel naar  Nederlands, andere talen en thuistaal toe. Als bewijs dat ze respect hebben voor de inzet van deze mensen, gaan ze misschien een nieuwe vzw opstarten en uitzoeken hoe ze het beste dit onderwijs aanpakken. Dit doen ze in samenwerking met twee mensen van het vorige project. Er komt dus een alternatief.

Uit dit radiogesprek heb ik geleerd dat er nog steeds veel initiatieven zijn voor een betere taalontwikkeling voor de allochtone leerlingen. Bij deze projecten zijn zeker veel voordelen maar soms zijn er ook nadelen, zoals het vele geïnvesteerde geld dat, volgens sommigen, niet voldoende oplevert.
Ik denk dat het toch heel belangrijk is om een soort van dit project verder te zetten. Zeker ook in het kleuteronderwijs, daar de kinderen zich beter  voelen als ze af en toe in hun moedertaal worden aangesproken en kunnen spreken. Zo gaan ze ook sneller dingen oppikken en kunnen ze mee volgen. Uiteindelijk gaan ze zo dan meer energie in het Nederlands leren kunnen steken.

Bron: http://www.radio1.be/programmas/vandaag/les-turks

maandag 9 mei 2011

Intercultureel onderwijs

Ik heb op het internet een interessant scriptie gevonden over Marokkaanse en Turkse kleuters in de basisschool. Dit is wel een onderzoek uit Nederland.















In Turkije en Marokko is het niet zo voor de hand liggend dat kleuters naar school gaan. Toch gaan er in Nederland meer dan 90% van de allochtone kleuters naar de basisschool, wat natuurlijk heel positief is.
Als kleuter naar school gaan is zeker belangrijk, deze jaren zijn als basis voor de verdere schoolloopbaan. En ook is het van belang bij het leren van het Nederlands.
Gemengde scholen zijn beter voor de taalverwerving van de allochtone kleuter. Maar er is een probleem. Op een school waar veel allochtone kleuters zitten, halen Nederlandse ouders hun kinderen weg.
Een positief maar ook minder positief punt aan allochtone kleuters zijn de verschillende culturele ideeën en opvattingen. Het leren van die opvattingen en ideeën en hier iets zinnigs mee doen is niet zo evident. In klassen waar (bijna) uitsluitend Nederlandse kinderen zitten, sluit de klassencultuur makkelijker aan bij de thuiscultuur dan bij klassen waar (bijna) uitsluitend allochtone kinderen zitten.
Tussen Nederlandse en allochtone kleuters ontstaat er snel een grimmige sfeer. Ze gaan elkaar slaan, shoppen en ze gaan ruziemaken. Dit komt door het communicatieprobleem. De kleuters verstaan elkaar niet, ze kunnen zichzelf niet verwoorden, er zijn misverstanden, de kleuters worden gefrustreerd,...

Ook zijn de opvoedingsgewoonten van Turkse en Marokkaanse kinderen heel anders dan die van Nederlandse kinderen. Deze verschillen kunnen het kind in verwarring brengen. Bijvoorbeeld gedragsregels zoals op je beurt wachten, kunnen winnen en verliezen,... zijn voor het Nederlandse kind vanzelfsprekend maar voor de allochtone kleuter moeilijk te begrijpen omdat deze deze regels misschien niet kent. Het is ook heel moeilijk om zo'n gedragsregels uit te leggen. Je moet dus best voordoen hoe je wilt dat de allochtone kleuter het doet en ook moet je er rekening mee houden dat deze kleuters ook veel andere goede manieren hebben.

Volgens Jan Pen, Nederlands econoom, columnist en hoogleraar, is het belangrijk dat je als kleuteronderwijzeres een (beetje) kennis hebt van de cultuur van de allochtone kleuters in je klas en dat je tot op zekere hoogte het onderwijs hier op aan past.
Intercultureel onderwijs heeft twee gevolgen. Ten eerste leren kinderen omgaan met verschillende culturen en ze leren deze respecteren. Ten tweede draagt intercultureel onderwijs bij aan het verbeteren van het onderwijs aan allochtone leerlingen.

Door de volgende dingen kun je op school zorgen dat kinderen leren over andere culturen en dat kleuters met een andere cultuur zich beter thuis voelen en zich beter kunnen identificeren:
  • Verhalen vertellen / voorlezen die zich afspelen in een ander land, of verhalen over kinderen uit een andere cultuur. Prentenboeken gebruiken waar kinderen met verschillende huidskleuren in voorkomen.
  • Liedjes, spelletjes e.d. in andere talen of over andere landen / culturen.
  • Aandacht geven aan feest- en gedenkdagen uit anderen culturen.
  • Posters e.d. ophangen over andere culturen.
  • In de poppenhoek zowel zwarte als blanke poppen, zodat de kinderen vertrouwd raken met de multiculturele samenleving.
  • Bij de bouwhoek ook andere vormen en kleuren blokken zodat de kinderen bijvoorbeeld een moskee kunnen bouwen.
  • Verkleed kleren uit allerlei landen, bijvoorbeeld hoofddoekjes.

woensdag 4 mei 2011

Foyer

"Het integratiecentrum Foyer werkt aan een samenleving die positief omgaat met diversiteit waarin etnisch-culturele minderheden volwaardig deelnemen aan het maatschappelijk leven."

Foyer wil dat alle bevolkingsgroepen met elkaar omgaan in openheid en met respect voor ieders eigenheid. En dat ook voorzieningen en instelling deze openheid hanteren. Ze streven er voor dat mensen positief omgaan met diversiteit. Ze willen dat achterstellingen en drempels weggewerkt worden zodat allochtonen dezelfde maatschappelijke kansen zoals elke andere burger krijgen. Ook willen ze dat de etnisch-culturele minderheden mee mogen denken, praten en beslissen over zaken die voor hen belangrijk zijn. Ze willen dat alle mensen volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Ze streven naar gelijke rechten, kansen, ontplooiing en erkenning voor iedereen.
Ik ben zo'n 10 jaar geleden in contact gekomen met Leontine Hategekimana en de organisatie Foyer. Zij kwam bij ons Nederlands leren. Haar ouders hadden haar ingeschreven bij de organisatie Foyer en ook mijn ouders hadden ons, als Nederlands gezin, ingeschreven om een anderstalig kind voor een week in ons huis te nemen. 
Al zo'n twintig jaar organiseert Foyer taalvakanties. Dit voor kinderen tussen 6 en 12 jaar oud. De kinderen komen enkele dagen logeren tijdens een schoolvakantie. Zo oefenen ze op een prettige manier hun Nederlands. Dit zorgt voor een unieke uitwisseling over talen en culturen heen. Eigenlijk krijg je dan een heel klein beetje de wereld te gast bij je thuis. Foyer staat in voor de organisatie en matching tussen het kind en gastgezin. Dit gebeurt op basis van interesses, hobby's, geslacht en leeftijd van de kinderen.
Omdat het een zeer interessante organisatie is voor mijn onderzoek ben ik eens op de site van Foyer gaan kijken.
Vzw Foyer bevindt zich in Molenbeek en is opgericht in 1969. Het houdt zich bezig met de globale problematiek van de integratie van allochtone bevolkingsgroepen, op gemeentelijk, regionaal en internationaal vlak.
Foyer heeft verschillende werkingen opgestart en sommige daarvan worden zelfstandig, onafhankelijk voortgezet.
Op financiële steun kan Foyer rekenen van bepaalde openbare instelling en ook van privé personen.
Foyer heeft enkele belangrijke projecten waaronder intiatieven voor een beter integratie van kinderen en jongeren. 
Foyer pleit ervoor dat in het onderwijs en de opvoeding van anderstaligen gestreefd wordt naar meertaligheid maar deze anderstaligen moeten natuurlijk wel beschikken over een goede beheersing van het Nederlands. Ze zeggen dat anderstaligheid te vaak beschouwd wordt als probleem. Men zou anderstaligheid moeten zien als een bron van maatschappelijke en persoonlijke rijkdom.
In allerlei vormingen, activiteiten en materialen op de verschillende niveau's (kinderen, leerkracht of ouder) vindt je terug hoe je kan leren omgaan met diversiteit in onze samenleving en hoe je deze diversiteit positief aanwendt.